Het product is ontworpen volgens GB/T 18487.1/.2, GB/T20234.1/.2, NB/T33002, NB/T33008.2 en GB/T 34657.1.
Het kan regelbare eenfase wisselstroom leveren voor de ingebouwde lader van elektrische voertuigen en heeft meerdere beveiligingsfuncties. Tijdens het laadproces biedt het betrouwbare beveiliging voor mens en voertuig.
Wanneer het laadpistool wordt aangesloten op de laadpoort van het elektrische voertuig, ontstaat er een fysieke en elektrische verbinding tussen het voertuig en het laadstation. De stroombron van het laadstation voorziet het laadpistool vervolgens van de benodigde elektrische energie om de accu van het elektrische voertuig op te laden.
Sommige laadstations beschikken over extra functies om een veilige en betrouwbare verbinding tussen de laadpaal en het elektrische voertuig te garanderen. Zo kunnen sommige laadstations vergrendelingsmechanismen hebben om de laadpaal tijdens het laden veilig met het voertuig verbonden te houden.
Samen zorgen het laadpistool en het laadstation voor een veilige en betrouwbare manier om elektrische voertuigen op te laden. Door het elektrische voertuig aan te sluiten op het laadstation, maakt het laadpistool de overdracht van de benodigde elektrische energie mogelijk, waardoor elektrische voertuigen praktischer en toegankelijker worden voor dagelijks gebruik.
Het laadstation heeft doorgaans een ingebouwd besturingssysteem dat de laadstatus van de accu van het elektrische voertuig bewaakt en het laadproces dienovereenkomstig regelt. Dit besturingssysteem communiceert met de ingebouwde lader van het elektrische voertuig om de laadstatus te bepalen en de laadsnelheid en -duur indien nodig aan te passen.
Het laadstation maakt ook gebruik van diverse sensoren en algoritmen om het laadproces te monitoren en mogelijke veiligheidsproblemen te detecteren. Zo kan het laadstation temperatuursensoren gebruiken om de temperatuur van de accu en het laadpistool te bewaken en oververhitting te voorkomen. Het laadstation kan ook stroomsensoren gebruiken om mogelijke overstroom of kortsluiting te detecteren en het laden indien nodig te stoppen.
Zodra het laadproces is voltooid of als er een probleem wordt gedetecteerd, stopt het laadstation met het leveren van stroom aan het laadpistool en de accu van het elektrische voertuig. Het laadpistool kan vervolgens veilig worden losgekoppeld van de laadpoort van het elektrische voertuig.
Het besturingssysteem en de veiligheidsvoorzieningen van het laadstation zorgen ervoor dat het laadproces veilig en efficiënt verloopt. Bovendien worden overladen en andere mogelijke veiligheidsproblemen voorkomen.